Desloraradine 5mg 1dd onderhoud + 5mg smelttablet als aanvalsbehandeling
ACE-remmer geinduceerd angio-oedeem
Geen jeuk en urticaria
Kan langdurig (12-72 uur) bestaan.
Evidence geeft geen argumenten voor opname: tweede piek/bifasische reactie bij 0,2-0,4% klinisch relevant, en na >24 uur. Advies niet standaard monitoring op afdeling.[1]
Goed vastleggen in de status: hoe luchtweg te borgen. Cave bij alleenstaanden.
Bradikinerg oedeem: in complementsysteem probleem: vasodilatatie
Geen consensus over effect adrenaline + clemastine + dexamethason.[2] In de praktijk toch gegeven omdat onderscheid puur bradininerg of histaminerg niet altijd goed te maken is.
C1 esterase inhibitor: toenemende evidence over gebrek werkzaamheid tov standaardbehandeling:
Conestat alfa (Ruconest) of icatibant (Firazyr)[3][4]
Daarnaast: histaminerg (wespensteek, pinda's etc) en cytokinerg (tumorlysis) angio-oedeem
Rhinitis
Allergische rhinitis
levocabastine (2-4 dd 2 sprays per neusgat)
Inhibitie H1
azelastineneusspray (1-2 dd 1 spray in elk neusgat)
Inhibitie H1, H2, leukotrieen, PAF en serotonine
voortzetten tot klachten geheel verdwenen; gebruik > 6 maanden afgeraden
cromoglicinezuur
bij allergische rhinitis die niet op reguliere behandeling reageert
Niet-allergische rhinitis
Rinitis door geneesmiddelen => xylometazoline
Kortdurend corticosteroidspray, cave neusbloeding
Idiopathische rinitis
azelastine/fluticasonneusspray (Dymista) (2 dd 1 spray in elk neusgat, max 6-8 wk)[5]
bij verdwijnen van de klachten kan azelastine worden gestopt, bij een recidief kan weer gestart worden
fluticasonfuroaat (Avamys) (beginnen met 1 dd 2 sprays in elk neusgat, verlagen naar 1 dd 1 bij voldoende effect)
fluticasonproprionaat (Flixonase, ruikt niet lekker) (beginnen met 1 dd 2 sprays in elk neusgat, verhogen naar 2-4 dd 2 bij onvoldoende effect)
Onderdrukken: dymista tijdens periodes van klachten. Evt orale antihistaminica.
Immunotherapie
Desensibilisatie is mogelijk voor huisstofmijt, graspollen en boompollen[8]
Er zijn geen immunotherapie opties voor elke boom of grassoort apart
Therapie strekt zich uit over 3-5 jaar
De immunoherapie behandelingen worden begeleid door een KNO-medewerker, aanspreekpunt voor overleg en evt vragen
Sublinguale immunotherapie (SLIT)
Dagelijks een smelttablet van het betreffende allergeen onder de tong, op vooraf bevochtigd slijmvlies (bv na tanden poesten en mond spoelen). Hierna valt tablet binnen enkele minuten uit elkaar en wordt door het slijmvlies opgenomen
Probleem: compliantie 25% (moeilijk om na seizoen door te gaan; dan effect dus weer teniet gedaan)
Subcutane injecties (SCIT)
Na iedere injectie wordt de patient 20 minuten geobserveerd in de wachtkamer ivm eventuele bijwerkingen
Amsterdam: SCIT of SLIT via OLVG, lange klassieke immunotherapie via DC klinieken
Allergenen
Graspollen
SLIT dagelijks 3-5 jaar lang
Grazax / Oralair
Boompollen
SLIT
Itulazax
SCIT
Alutard (even effectief als Itulazax maar duurder; ca €6500 vs €4000[9])
Graspollen en boompollen
Pre seasonal (Pollinex): 6 prikken, vlak voor het seizoen start
Pollinex quatro tegen gras- en boompollen in 1 medicament
3+3 injecties: eerste 3 worden (in oplimmende dosering) toegediend op poli KNO, daarna de volgende 3 injecties door de eigen huisarts
Hierbij ontstaan de klachten al snel: enkele minuten tot enkele uren na blootstelling aan het allergeen. Bij de type 1 reactie worden door het lichaam een bepaald soort antistof gemaakt: IgE antistof. Deze IgE antistoffen zijn in principe specifiek gericht tegen bepaalde allergenen. Uitingen van type I allergie zijn bijvoorbeeld galbulten (urticaria) en angio-oedeem. → antihistaminica of prednison Type 1 kan zowel een milde (urticarieel) als ernstige (anafylaxie) reactie geven. Let op: een milde type 1 reactie kan later een ernstige reactie geven!
Type 4 (vertraagde type allergie)
Hierbij ontstaan de klachten pas 2 tot 3 dagen na blootstelling aan het allergeen. Bij deze vorm van allergie hoort de bekende contactallergie (bijvoorbeeld een eczeemreactie bij het dragen van nikkel op de huid). → dermovate of prednison Type 4 kan zowel een milde (exantheem/dermatitis) beeld, als ernstige reactie (bijv. Stevens Johnson) geven
Indeling Gell en Coombs
Mechanisme
Timing
Klinisch beeld
Type I
IgE-gemedieerde activatie van mestcellen en basofielen gericht tegen specifieke atopeen (antigenen, b.v. inhalatieallergenen) of geneesmiddelen, latex en voedingsmiddelen, met vrijkomen vaso-actieve stoffen. Bijv Wespenallergie, penicillineallergie of -anafylaxie.
Na minuten tot uren
Urticaria, jeuk , roodheid, angio-oedeem, bronchoconstrictie, rhinitis, hypotensie, tachycardie, bewustzijnsverlies, N/V/D (maar geen GI-klachten als enige symptoom)
Type II
Antilichaam-gemedieerde celdood
Vaak <72 uur, tot 15 dagen
hemolytische anemie, trombocytopenie, neutropenie
Type III
Vorming of afzetting van antigeencomplexen in bloedvaten of weefsel
Na 1-3 weken (bij penicillinen) 1-72 uur
Serumziekte, Arthus-reactie (na vaccinatie) Peni: koorts, arthralgieen, urticaria en lymfeklierzwelling.
Type IV
T-celgemedieerd, blootstelling aan het antigeen activeert T-cellen. Penetreert huid, hierna roodheid, jeuk en schilfering. Kleine moleculen (<500 kDa) bijv cosmetica, beroepsstoffen, nikkel, geneesmiddelen, voedingsadditiva, UV-expositie.
Penicilline: klachten na 10 dagen-4 weken, huiduitslag lijkend op mazelen.
Onder andere maculopapulair exantheem, contactdermatitis, acute gegeneratiseerde erythemeateuze pustulose (AGEP), SJS, toxische epidermale necrolyse, (TEN), drug reaction with eosinophilia and systemic symptoms (DRESS)
→ Géén allergie als alleen huiduitslag <16 jaar[11]
meest voorkomende fotodermatose, door UV-licht (kan ook achter glas of door niet-zonwerende kleding heen)
vaker bij licht huidtype, begint vaak op tiener- of jongvolwassen leeftijd
jeukende, erythemateuze huiduitslag met papels, maculae en/of vesikels. Het exantheem is scherp begrensd in belichte gebied
ontstaat binnen uren tot dagen, verdwijnt na enkele dagen
Oorzaak niet geheel duidelijk. Mogelijk door opnieuw blootstellen aan uv-straling (in de lente of op een zonvakantie), daardoor type-IV reactie. In de loop van de zomer, na meer blootstelling aan uv-straling, wordt de reactie minder hevig of stopt. Behalve vermijding (zie bron) geen specifiek beleid nodig[16]
Fototoxische huidreactie
pijnlijke, branderige, scherp begrensde huiduitslag (lijkt op zonverbranding)
ontstaat binnen minuten tot uren, Na enkele dagen treedt spontaan herstel op
veroorzaakt door blootstelling (lokaal of systemisch) aan middel met fototoxische eigenschappen icm UV-straling
geeft bij iedereen een toxische reactie; reactie is dosisafhankelijk
bijvoorbeeld: brandnetel, bereklauw, pastinaak, citrusfruit, koolteer. Antibiotica (tetracyclines, chinolonen, sulfonamiden), antimycotica (terbinafine, ketoconazol, itraconazol), NSAIDs. En meer
Geneest vaak binnen paar dagen, verdere blootstelling UV+fototoxische stof vermijden
Fotoallergisch contacteczeem
vorm van eczeem. jeukende, rode huiduitslag met oedeem, papels, vesikels, korstjes, schilfers en/of lichenificatie. Minder scherp begrensd.
ontstaat 1-2 dagen na herhaalde blootstelling. herstel na 4-6 weken, recidiveert bij elke nieuwe blootstelling aan betreffende allergeen
type IV-overgevoeligheidsreactie na herhaalde orale of lokale blootstelling aan een stof of geneesmiddel met fotoallergische werking icm UV-straling. Bijv cosmetica of zonnebrandmiddelen
Acute, meestal blaarvormende ontsteking tgv toxisch effect zonlichtblootstelling én contact bepaalde planten
Vooral in zomermaanden
Fotosensibilisatie op contactplaatsen: huidreactie die vergelijkbaar is met een heftige zonnebrandreactie
Meestal furocoumarines (bijv berenklauw, angelica, bergamot), psoralenen (schermbloemenfamilie (penwortels), wijnruitfamilie (citrus)), anthrachinonderivaten (bijv boekweit of sint Janskruid), zie ook link
Behandeling
Indrogende therapie
Blaren doorknippen, blaardak als wondbedekker. Aangedane huiddelen beschermen met natte of zalfgazen
Zinkoxide smeersel éénmaal daags aanbrengen
Bij heftige ontstekingen: uitwendige sterk werkende corticosteroïd dan wel een orale stootkuur met prednison.
Cave systemische reacties
Lactose-intolerantie
Bij mensen met een CC-13910 genotype verdwijnt na de kinderleeftijd de lactase activiteit. Indien de patient klinische klachten ervaart bij het nuttigen van lactose houdende producten kan de diagnose lactose-intolerantie gesteld worden en een lactosevrij dieet geadviseerd worden.
Het CC-13910 genotype komt bij 10-15% van de westerse bevolking voor en bij >99% van alle niet-westerse individuen.
Maak onderscheid tussen primaire en secundaire lactose-intolerantie
Zeldzaam, ca 2500-3000 patiënten bekend in NL.[18] De lifetime prevalentie van anafylaxie bij mastocytose ligt rond de 40%.[19]
Anamnese
Heftig reageren op triggers die bekend staan anafylaxie te veroorzaken.
Lichamelijk onderzoek
Maculopapuleuze cutane mastocytose (MPCM) (voorheen urticaria pigmentosa) => roestbruine huidafwijkingen. Bij eroverheen wrijven zwellen ze op. Vaak op kinderleeftijd, maar kan ook volwassen. Vaak op buik/benen, minder in gezicht.
Tryptasetest (=“troponine van allergie”; hoog bij anafylactische afwijking, daalt paar dagen daarna. Bij mastocytose baseline verhoogd. Niet nuchter, geen speciale maatregelen nodig. Kosten ca €50.
Tryptase > 20: redelijk grote kans op mastocytose
Tryptase 10-20: grijs gebied (evt vals-positief/vals-negatief)
Tryptase < 10: duidelijk negatief
Evt aanvullen met volledig bloedbeeld, leverenzymen, vitamine D, tryptase ook in aansluiting aan aanvalsgewijze klacht.[21] Bij twijfel mutatietest KIT. Gouden standaard: beenmergonderzoek.