Huisartszaken - Atriumfibrilleren
status
QR link

Atriumfibrilleren Ziektebeelden

Acute fase

  • In principe diagnostiek en behandeling door huisarts[1]
    • Evalueer beinvloedbare risicofactoren
      • hypertensie, diabetes mellitus, obesitas, slaapapneu, alcoholgebruik, hartkleplijden
    • Evalueer indicatie antistolling link
      • Rivaroxaban 20mg 1dd
  • Rate control?
    • Start betablokker metoprolol succinaat 50 mg ZOK 1dd., evt te verhogen tot 200 mg
      • zero order kinetics = ZOC = CR/constant release[2]
      • langwerkend
      • ≠ retard of mga (al wordt ZOC vaak wel als mga vernoemd)
    • Digoxine
      • Vooraf nierfunctie, dosisaanpassing bij tegelijk calciumantagonist
        • Bespreek met patient: bij acute achteruitgang nierfunctie (zoals dehydratie) alert zijn op overdosering
        • Verlaag dosering op 70 jaar en op 85 jaar (arbitrair)
        • Evt lagere dosering bij combi met PPI of macroliden (verhogen plasmaspiegel)
      • Intoxicatie
        • Eetlustverlies, misselijkheid, braken, diarree, vermoeidheid, verwardheid, duizeligheid, afwijkingen van het kleurenzien (xanthopsie: alles geel zien), hyperkaliëmie, hypotensie en ritmestoornissen (bradycardie, ventriculaire extrasystolen, AV-blok).
        • Bepaal digoxinespiegel alleen bij vermoeden intoxicatie, zie LESA[3]
      • Kleinere Engelse studie: veel minder bezoek huisarts/ziekenhuis ivm klachten en vergelijkbare kwaliteit van leven in vergelijking met betablokker[4]
        • Digoxine: 62.5-250 μg/dag (gemiddeld 161 μg)
        • Bisoprolol: 1.25-15 mg/dag (gemiddeld 3.2 mg)
      • Dosering[5]
        • Geen verhoogd risico (< 70 jaar en eGFR ≥ 50 mL/min en ≥ 55 kg)
          • Dag 1 (oplaad): 1 dd 0,75 mg
          • Dag 2 e.v.: 1 dd 0,25 mg
        • Licht verhoogd risico (≥ 70 jaar of eGFR < 50 mL/min of < 55 kg)
          • Dag 1 (oplaad): 3 dd 0,125 mg
          • Dag 2 e.v.: 1 dd 0,125 mg
        • Sterk verhoogd risico (≥ 85 jaar of eGFR < 50 mL/min en < 55 kg)
          • Dag 1 (oplaad): 3 dd 0,125 mg
          • Dag 2 e.v.: 1 dd 0,0625 mg
    • Of alleen bij klachten: metoprolol tartraat 50 mg
      • Werkt ca 12 uur.
    • Alternatief: diltiazem
      • Echter meer bijwerkingen dan metoprolol[6]
      • Niet bij hartfalen
        • Dan digoxine, of evt (in niet-acute situatie) betablokker
    • Of niet-medicamenteus
      • Mediteren
      • Modified Valsalva link Lancet[7] en video en video

  • Lab
    • Glucose, Hb, TSH, GFR, kalium, lipidenspectrum
    • NT-proBNP niet aanbevolen; lage waarde sluit hartfalen onvoldoende uit bij AF[8]
  • Echo cor
    • Vraagstelling: hartfalen of kleplijden?
      • Bij aortaklepstenose: hoger verbruik stollingsfactoren, risicofactor voor bloeding en/of anemie
    • Als uitgangssituatie
  • Tenzij veel klachten, met name bij een snelle ventrikelvolgfrequentie (> 110/min) en <24 uur bestaand atriumfibrilleren.
    • Cardioversie is vaak succesvol, draagt bij aan een snelle vermindering van de klachten en kan nog zonder antistolling plaatsvinden.
      • Bij langer dan 24 uur ritmestoornis én indicatie voor verwijzing
        • Niet acuut cardioverteren (tenzij TEE en trombus hartoor uitgesloten, maar belastend/risicovol).
        • Na 4 weken cardioversie elektrisch, evt chemisch
        • Verwijzing spoedpoli < 2 weken
    • Overweeg verwijzing voor ritmebehandeling door de cardioloog bij:
      • Aanhoudende klachten ondanks adequate verlaging van de ventrikelvolgfrequentie
      • Contra-indicatie of intolerantie voor frequentieverlagende middelen
    • Overwegingen bij een verwijzing voor ritmebehandeling:
      • Ritmebehandeling binnen 3 tot 6 maanden na de diagnose geeft betere uitkomsten voor de patiënt.
      • Ritmebehandeling bij: niet-kwetsbare patiënt met korter bestaand atriumfibrilleren en weinig relevante comorbiditeit
      • Bij afwijkende echografie (vergrote atria, hartfalen), relevante comorbiditeit of kwetsbaarheid minder voordeel van ritmebehandeling
  • Frequentie verlagen bij hartfalen
    • Acuut/manifest: digoxine
    • Chronisch: digoxine of betablokker
    • Gecontraindiceerd: calciumblokkers
  • Flecaïnide of sotalol

Indicatie antistolling

  • CHADS-VASc score (risico CVA)
  • HAS-BLED score (bloedingsrisico)
    → Zie ook afweging en speciale groepen op CHA2DS2-VASc Calculator
Dosisaanpassing en nierfunctie

Verlaagde dosering DOAC (bijv bij kwetsbare ouderen)
  • Dabigatran 150 mg → 110mg 2dd
  • Rivaroxaban 20 mg → 15mg 1dd
  • Apixaban 5mg → 2.5mg 2dd
  • Edoxaban 60mg → 30mg 1dd
→ Geen verschil in iCVA of grote bloeding, wel ca 20-30% verlaging kleinere bloeding. Daarentegen 34% verhoogde kans overlijden.[9]
EHRA (invloed op dagelijks functioneren)
Classification of AF-related symptoms (EHRA score) are as follows:
    EHRA I          - ‘No symptoms’
    EHRA II         - ‘Mild symptoms’; normal daily activity not affected
    EHRA III       - ‘Severe symptoms’; normal daily activity affected
    EHRA IV       - ‘Disabling symptoms’; normal daily activity discontinued (1)


Nog checken:

gewijzigd 3-3-2025
Referenties