Huisartszaken - Bewegingsapparaat - Heup en knie
status
QR link

Bewegingsapparaat - Heup en knie Kennisonderwerp

Neutrale-nulmethode[1]

  • Houding: rechtop, armen hangend, duimen naar voren, voeten heupbreed en parallel, blik vooruit
  • Wanneer de patiënt in staat is de 0-positie te passeren wordt de 0 in het midden geplaatst, gezien er een beweging enerzijds van de neutrale stand plaatsvindt (bijv flexie t.o.v. de neutraalstand) en een in het zelfde vlak bevindende beweging anderzijds van de neutrale stand (bijv. de extensie t.o.v. de neutraalstand). Als dat niet het geval is, begin je notatie van een 0 in een denkbeeldige 0-lijn. Indien volledige extensie niet mogelijk is, wordt de notatie van een knie bijvoorbeeld: 0º/ 20º/ 123º
    • Als maximale extensie wel mogelijk is, bijvoorbeeld: 4º/ 0º/ 123º
  • Voorbeelden
    • Als 0-positie gepasseerd kan worden: bijv. 4º/ 0º/ 123º (uiterste positie (hyperextensie) / neutraal / maximale flexie).
    • Bij beperkte extensie: bijv. 0º/ 20º/ 123º.
    • Extensiebeperking (flexiecontractuur): 20º / 0º / 120º
    • Flexiebeperking: 0º / 0º / 90º
    • Hyperextensie: -5º / 0º / 140º
    • Normale beweeglijkheid knie: 0º / 0º / 150º

  • Altijd vermelden: actief of passief gemeten.
  • Hyperextensie/neutraal/maximale flexie. Noteer actief/passief.
  • Bewegingsuitslagen worden genoteerd als:
    • extensie / 0º / flexie (dus van uiterste extensie via neutraal naar maximale flexie)
  • Bij contracturen:
    • 20º / 0º / 120º = 20º flexiecontractuur (extensie beperkt)
  • Hyperextensie: wordt ook als eerste cijfer genoteerd
    • -5º / 0º / 140º
  • Knie
    Bewegingsuitslag:

        Extensie: 0º tot max. -10º (hyperextensie)

        Flexie: tot ca. 130–150º





Heup
Lichamelijk onderzoek

    Drehmann sign: passieve exorotatie bij flexie, pijnlijke/gebrekkige endorotatie → SCFE, impingement, coxartrose.

    FADIR-test: flexie + adductie + endorotatie → pijn = FAI of labrumletsel.

    FABER-test: flexie + abductie + exorotatie → aspecifiek, kan wijzen op heupprobleem.

Artrose

    Behandeling:

        Gezond bewegen, gewichtsreductie

        Oefentherapie

        Corticosteroïdinjecties (röntgen/echo-geleide)

        Prothese bij gevorderd stadium
Zie ook consultkaart behandeling bij artrose knie link

Knie
Meniscusletsel

    Jongeren: meestal traumatisch

    Ouderen: meestal degeneratief

    Klachten: slotklachten, verende extensiebeperking

    Diagnostiek:

        Röntgen (belast): artrose uitsluiten

        MRI: alleen bij twijfel; niet zinvol bij zichtbare artrose

Behandeling

    Primair conservatief: fysiotherapie (bijv. fietsen), oefentherapie

    Indicaties voor chirurgie: bewegingsbeperking, slotstand, trauma <2 weken (soms hechten)

    Escape-studie: fysiotherapie even effectief als artroscopie na 2 en 5 jaar

    Richtlijn 2019: artroscopie alleen bij slotklachten of blokkade

Operatie

    Alleen bij <50 jaar en sportief

        50 jaar → voorkeur conservatief

    Nadelen operatie:

        Hogere kans op artrose

        6 weken geen sport

        Langdurig herstel

    Zie ook: Oefeningen Thuisarts.nl

Traumatisch knieletsel
Mechanisme    Mogelijk letsel
Direct trauma    Contusie, wond, fractuur, bone bruise
Zijdelingse kracht    Collateraalbandletsel
Exorotatie + valgus    VKB-letsel
Dashboardtrauma    AKB-letsel
Rotatie + flexie    Meniscusletsel
Valgus + flexie    Patellaluxatie

Indicaties directe verwijzing:

    Vermoeden fractuur (gebruik: Ottawa Knee Rule)

    Slotstand

    Ernstige instabiliteit of patellaluxatie

Niet-traumatische knieklachten

    Patellofemoraal pijnsyndroom: tieners/jongvolwassenen, pijn bij traplopen, hurken

    Tractus iliotibialis frictiesyndroom (Runner’s knee): pijn bij laterale knie, Noble test

    Patellapeestendinopathie (Jumper’s knee)

    Pes anserinus tendinopathie: mediaal pijnpunt, risicofactoren: obesitas, diabetes, platvoet

    Osgood-Schlatter: pijn tuberositas tibiae, tieners

    Bakerse cyste: spontane regressie in >95% van gevallen

    Hoffa impingement: pijn anterieure gewrichtsspleet bij hyperextensie

    Artrose: geleidelijke progressie

    Maligniteit: nachtelijke pijn

    Osteochondritis dissecans

    Osteomyelitis

    Bursitis prepatellare

Doorverwijzen bij:

    Niet belastbaar

    Forse hydrops

    Instabiliteit

    Progressieve of persisterende klachten

    Verdenking bacteriële artritis

    Twijfel over diagnose

Lichamelijk onderzoek knie

    Inspectie: beenas, beenlengteverschil, hydrops

    Actief/passief: flexie/extensie, collaterale stabiliteit (0° en 30°)

    Meniscustesten:

        McMurray: klik bij rotatie

        Thessaly (duck walk)

    Kruisbanden:

        Lachman: sens 40% (acuut) → 76% (na 2 weken)

        Pivot Shift: lage sensitiviteit maar indicatief bij ervaring

    Patellofemoraal: test van Rabot

    Palpatie: gewrichtsspleet, patellapees, tractus iliotibialis

Bewegingsbeperking knie: differentiaaldiagnose
Bevinding    Waarschijnlijke diagnose
Slotklachten    Meniscus, OCD
Alleen actieve beperking    Extra-articulair: spier/pees
Actieve + passieve beperking    Intra-articulair: artrose, artritis
Beperking vooral in flexie    Capsulair patroon: artrose, artritis
Artritis / Infectie

    Pijn in rust, hydrops, warmte, bewegingsbeperking

    Ballottement test

    DD: jicht, septische artritis, bursitis

Samenvatting beleid degeneratief meniscusletsel

    Primair conservatief

    Chirurgie alleen bij blokkade of falen conservatief beleid

    Geen operatie >50 jaar

    Oefeningen, afwachten, eventueel injectie

    Reconstructie VKB niet acuut nodig, vooral bij sporters

Heup

  • Drehmann sign: overduidelijke passieve exorotatie bij flexie heup. Actieve endorotatie is niet mogelijk of pijnlijk.
    • Indicatief voor epifysiolyse (slipped capital femoral epiphysis, SCFE), impingement syndrome, of bij coxartrose
  • FADIR (flexie, adductie en interne rotatie) test. Pijn bij FADIR kan suggestief zijn voor femoro-acetabulaire impingement of letsels van het labrum[2]
  • FABER-test (figure of four; Flexion, Abduction and External Rotation): indicatief voor heupproblemen; niet courant aangezien weinig specifiek.

  • Artrose
    1. Gezond bewegen en overgewicht tegengaan (evt oefentherapie)
    2. Corticosteroidinjectie (onder rontgen/echo)
    3. Gewrichtsprothese


Knie

Meniscusletsel[3]
  • Jongeren: meniscusscheuren door trauma
  • Ouderen: meniscusscheuren vaak door degeneratie
    • Dan belaste rontgenfoto knie!
  • Lichamelijk onderzoek
    • Slotklachten (even niet volledig kunnen strekken)
    • Verende extensiebeperking
  •  Diagnose
    • Belaste knie-röntgenfoto tbv artrose uitsluiten
    • MRI niet nuttig bij zichtbare artrose, vermijdt onnodige kosten en risico's
  • Behandeling
    • Bij acuut letsel mogelijk operatief. Er is echter ook een plaats voor conservatieve behandeling obv fysiotherapeut (veel fietsen)[4]
    • Vroeger meniscectomie populair, maar twijfel over effectiviteit bij degeneratief letsel
    • Escape-studie (2013)[5][6] 
      • Ca 300 patiënten 45-70 jaar, operatie < 4 wk of fysiotherapie gedurende 8 wk
        • Na 2 en 5 jaar groep fysiotherapie 29% alsnog operatie → deden het na die tijd even goed als groep die direct operatie kreeg, én even goed als groep die geen operatie kreeg[7]
      • Onderzoek naar beste behandeling, fysiotherapie vaak net zo effectief als operatie
      • Resultaten: Na 5 jaar geen verschil in knieartrose tussen operatie- en fysiotherapiegroepen. Fysiotherapie aanbevolen.
    • Richtlijn 2019: Artroscopie alleen bij bewegingsbeperking; conservatieve behandeling eerst
  • Weerstand
    • Orthopedische gemeenschap had moeite met nieuwe inzichten, maar acceptatie groeit door wetenschappelijke bewijs
    • Implementatie: succesvol door NOV richtlijn verspreid
  • Financiële impact: aanzienlijke besparingen door minder meniscectomieën, reductie van gezondheidszorg- en maatschappelijke kosten
  • Traumatisch letsel[8] 
    • Kinderen: klachtenbeloop en functiebeperking van de knie belangrijker dan LO voor beleid
    • Indicaties directe doorverwijzing zijn: vermoeden fractuur, slotstand, patellaluxatie met ernstige klachten
    • Vermoeden fractuur: Ottawa Knee Rule
    • Traumamechanisme cruciaal[9]
      • Direct trauma: contusie/bone bruise/wond/fractuur
      • Zijdelings inwerkende kracht: collateraal band letsel, combinatie
      • Exorotatie/valgus letsel: VKB
      • Dashboard letsel: AKB
      • Rotatie icm flexie: meniscus letsel
      • Flexie/valgus: patella luxatie
  • Niet-traumatisch letsel[10][11]
      • Patellofemoraal pijnsyndroom[12]
        • Pijn in knie: surmenage achterzijde patella-femur
        • Tieners en jongvolwassenen, erger bij hurken, knielen, zitten met gebogen knieen en traplopen. Mind bij rust en strekken.
        • Stop 1 tot 2 maanden met de sport die pijn uitlokt.
        • Prognose: kan langer dan een jaar duren.
      • Iliotibiale bandsyndroom
      • Jumper’s knee
      • Osgood Schlatter
      • Artrose
      • Bursitis prepatellare
      • Bakerse cyste
        • Spontane regressie >95% 3-25 mnd, grote recidief kans bij ingrijpen
      • Osteomyelitis
      • Osteochondritis dissecans
      • Maligniteit
    • Indicaties doorverwijzing zijn: Niet belastbaar, Forse hydrops, Instabiliteit, Progressief of persisterend pijnlijk, Verdenking bacteriele arthritis, Twijfel diagnose

  • Chronisch
    • Patellofemorale klachten
      • Na lang zitten met gebogen knieën klachten
      • Jonge vrouwen: "Patella spoort niet goed, quadriceps sterker maken" 
    • Hoffa impingement
      • Pijn bij palpatie anterieure gewrichtsspleet in hyperextensie
      • niet altijd zichtbaar op MRI, wel chronische klachten
    • Degeneratief meniscusletsel
      • Pijnlijke hurkzit
      • Extra bij varus beenas
      • Fysiotherapie onduidelijk[13]
      • Slotklachten alleen zinvol om te verwijzen bij aanhoudende klachten
        • indien conservatief echt niet (meer) helpt, evt toch operatief.
        • RR: alleen bij <50 jaar en sportief. >50 jaar geen operatie
      • Want in principe behandelen we meniscusletsels conservatief gezien de vele studies die de lange termijn resulaten hebben bekeken en waarbij operatie er minder goed uitkomt. Met name zien we een toename van artrose bij mensen die een scopie hebben ondergaan. Na operatie kun je 6 weken niet sporten.
      • Dit betekent dat er sprake is van "degeneratief meniscusletsel". Dat wil zeggen dat er door slijtage een randje tussen de botstructuren kan komen. Dit kun je vaak ook weer los krijgen door bijv voorzichtig te bewegen of te schudden.
        We behandelen meniscusletsels (in tegenstelling tot in het verleden waar vaak geopereerd werd) primair conservatief gezien de vele studies die de lange termijn resulaten hebben bekeken waarbij operatie er minder goed uitkomt. Met name zien we een toename van artrose bij mensen die een scopie hebben ondergaan. Daarnaast kun je na een operatie 6 weken niet sporten.
        Fysiotherapie is niet bewezen effectief. Er zijn wel oefeningen die kunnen helpen: https://www.thuisarts.nl/knieklachten/ik-wil-mijn-voorste-bovenbeenspier-versterken.
        Gewichtsreductie is het beste doel om de pijlen op te richten!
    • Tractus iliotibialis frictiesyndroom (Runners knee)
      • Trendelenburg
        • zwakte bilspieren leidt tot doorzakken, provocatie IT-tract
      • Noble test
        • Flexie/extensie met vinger op laterale epicondyl; herkenbare pijn bij 30 graden flexie
    • Patellapeestendinopathie (Jumpers knee)
    • Pes anserinus tendinopathie
    • Osgood Schlatter (bij tieners)
      • tuberositas tibiae pijnlijk, patellapees niet pijnlijk
    • Artrose
      • Corticosteroiden
        • Via sportarts, in niet te ver gevorderd stadium: hyaluronzuur of PRP; niet evidence based, zelf betalen €160 per injectie
      • Natuurlijk beloop kan heel wisselend zijn binnen 1 persoon
    • Bottumor
      • Nachtelijke pijn
  • Acuut
    • Meniscus letsel
      • < 2 weken wordt het soms gehecht, acute verwijzing kan zinvol zijn
    • VKB letsel
    • MCL letsel / LCL letsel

Lichamelijk onderzoek

  • Algemeen
    • Beenas
    • Beenlengteverschil
    • Hydrops
      • vocht mediaal/lateraal wegstrijken, kuiltjes heropgevuld?
    • Flexie-extensie symmetrisch
    • Collateraalbanden
      • in extensie en 30 graden flexie (ivm oppervlakkige en diepe laag)
      • MCL betrouwbaarder te ondezoeken, aan laterale zijde ook versteviging door tractus iliotibialis
    • Meniscustestsen
    • Kruisbanden
    • Patellofemoraal
      • Test van Rabot
        • Nooit lekker, goed introduceren
        • L/R vergelijken
    • Palpatie
      • Gewrichtsspleet
      • Apex patellae en patellapees
      • Tractus iliotibialis
  • Kruisband
    • Pivot Shift test. Enige endorotatie onderbeen. Toepassen valgusdruk. Dan naar flexie. Klunk bij 20-30 graden flexie is teken van geheel/gedeeltelijke ruptuur ACL.
    • Zeer beperkte waarde lichamelijk onderzoek[14]
      • Lachman
        • in acute fase sensitiviteit rond 40% op SEH. 2 weken later sens 76%.
        • door niet-specialist
      • Pivot shift test: sensitiviteit 9,5-100% (!)
    • Reconstructie kan altijd nog, geen haast. Eerst tot rust laten komen
      • Ook bij orthopeed eerst conservatief beleid
        • Topsporters wel eerder reconstructief
      • Operatief: revalidatietraject 1 jaar
        • 6 weken 50% belast
  • Meniscus
    • McMurray test
      • Characterized by a painful click as the knee is extended from a fully flexed position and the tibia is externally or internally rotated.
    • Duck walk of dansje: Thessaly test
    • Hurkzit
  • Artritis[15]
    • Pijn in rust
    • Zwelling boven en naast patella door verdikking van synovia en hydrops
    • Pijnlijke gewrichtsspleet juist boven het tibiaplateau en naast het ligamentum patellae
    • Ballottement patella
    • Warmte (vergelijk huidtemperatuur met temperatuur boven quadriceps)
    • Zowel extensie als flexie kan beperkt zijn
  • Jicht of bursitis prepatellaris pijnlijk bij flexie
  • Pes anserinus pain syndrome (voorheen pes anserine bursitis)[16]
    • Pijn bij flexie, 4-6 cm distaal van anteromediale gewrichtsspleet
    • Risicofactoren: genu valgum, overbelasting in sporters. Verder obesitas, ipsilateraal platvoet, diabetes
    • Conservatieve behandeling
      • Activiteitsaanpassing (1 week rust, daarna 6-8 weken aangepast schema), NSAID, koelen en fysiotherapie
    • Indien onvoldoende effect evt injectie corticosteroid in gebied bursa
      • DD: stressfractuur proximale anteromediale tibia

Bewegingsbeperking van de knie[17]

Bevinding Waarschijnlijke diagnose
Slotklachten Los bot- of kraakbeenfragment (meniscuslaesie of osteochondritis dissecans)
Alleen actieve flexie- en extensiebeperking Extra-articulair probleem: pees of spier
Actieve en passieve flexie- en extensiebeperking Intra-articulair probleem zoals artrose of artritis
Flexie meer beperkt dan extensie Capsulair bewegingspatroon: artrose of artritis
Extensie meer beperkt dan flexie Corpus liberum of degeneratieve meniscusafwijking
Pijn en crepitaties bij passief bewegen Aanwijzing voor meniscusletsel of artrose

Knieklachten > 50 jr: X-knie, differentiatie meniscus en artrose (Ritz)

  • Acuut rood/gezwollen (verdenking meniscus/kruisband?)
    • <50 verwijzen
    • >50 alleen bij slotklachten
    • NHG
      Verwijs voor beoordeling (dezelfde dag) naar orthopedisch chirurg bij: 
          vermoeden van een fractuur  
          forse instabiliteit  
          knie op slot
          (gereponeerde) patellaluxatie met ernstige klachten
          patellapees- of quadricepspeesruptuur  
      Overweeg verwijzing naar of overleg met de orthopedisch chirurg bij forse acute zwelling (met hematoom), direct na het trauma, en een vermoeden van combinatieletsel.
      ​​​​​​​Overweeg verwijzing naar of overleg met de orthopedisch chirurg binnen circa 2 weken bij:
          slotverschijnselen
          een eerste traumatische of recidiverende (gereponeerde) patellaluxatie(s)
          aanhoudende pijn ondanks adequate pijnstilling
          aanhoudende (door patiënt ervaren) instabiliteitsklachten  
          geen verbetering in functie
  • Artrose
    • <50
    • >50: leefstijl, pijnstilling, injectie
  • Meniscus
    • Slotklachten?
    • <50
      • Afhankelijk van sportiviteit, gewicht etc
    • >50: geen aanvullende diagnostiek, inzetten op fysiotherapie
      • Orthopeed gaat geen artroscopie doen
        • Operatie geeft op langere termijn niet beter, wel meer artrose
      • Tenzij evidente slotklachten
Overige behandelingen artrose[18]
  • Bewezen effectief: gezond bewegen en overgewicht tegengaan
    • Als je pijn hebt bij het bewegen, heb je de neiging minder te bewegen. Logisch, maar niet goed. Want juist door beweging krijgt het kraakbeen zijn voeding. Om het kraakbeen heen zit gewrichtsvloeistof. Dit bevat voedingsstoffen die het kraakbeen gezond houden. Omdat kraakbeen niet doorbloed is, krijgt het zijn voeding niet via het bloed. Beweging perst de voedingstoffen uit het gewrichtsvloeistof in het kraakbeen. Daarnaast zorgt beweging voor minder overgewicht en dus minder overbelasting van de gewrichten. Ten slotte gaat artrose vaak gepaard met stijfheid. Deze stijfheid neemt toe als je niet in beweging blijft. Het gezegde ‘rust roest’ komt hier dan ook vandaan. Op een gezonde manier sporten is dus essentieel.
  • Bewezen effectief: oefentherapie indien zelfstandige uitvoering van een oefen- en beweegprogramma niet volstaat[19]
    • Verwijs voor gesuperviseerde oefentherapie naar een fysiotherapeut of oefentherapeut Cesar of oefentherapeut Mensendieck.
  • Enig effect: corticosteroïdinjectie[20]
    • Informeer over risico (ongeveer 1/10.000) op gewrichtsinfectie en mogelijk nadelig effect op kraakbeen
    • De patiënt met veel pijn zal de meeste baat hebben van de intra-articulaire corticosteroïdinjectie
    • Maximale frequentie a 3 maanden
    • Niet in 6 maanden voor operatie aan betreffende gewricht
  • Indien andere opties onvoldoende effect: gewrichtsvervanging
    • zo lang mogelijk uitstellen
    • lang revalideren, 20% ontevreden of complicatie (met name jongere patienten), levensduur 10-15 jaar; revisie 4-7 jaar en grotere kans op complicaties
    • → i.p. geen prothese <60 jaar, tenzij echt geen andere optie
  • Geen effect: hyaluronzuurinjectie
  • Geen effect: glucosamine tabletten (ook geen nadelige bijwerkingen)
  • Experimenteel: Zodiak-studie: Zoledronaat
  • Experimenteel: PRP (groeifactoren)


MRI van de knie

Alleen in uitzonderlijke gevallen, na consultatie met een orthopeed, een plaats in de huisartsenspreekkamer. Boven de 50 nooit doen, want de prognose wordt dan altijd bepaald door de meestal ook aanwezige kraakbeenschade.(?)[21]

Bij geen slotklachten
boven de 50?

https://www.henw.org/artikelen/degeneratieve-knieaandoeningen-niet-kijken
verwijzing orthopeed: pas zinvol na 3-4 maanden. Recente studie laat zien dat arthroscopie niet wenselijk is ipv fysio.

Kinderen met knieklachten


Intoeing / Toeing-in[22][23]
3 niveaus
  • Heup (femorale anteversie)
    • Voorkeur voor W-zit
    • Spontaan herstel bij 80% voor 12 jaar, grootste afname voor 8-9 jaar
    • Geen relatie met degeneratieve gewrichtsklachten op latere leeftijd
  • Knie (interne tibiale trosie)
    • Patella normaal
    • 90-95% herstel voor 8 jaar, vaak al op de leeftijd van 4-5 jaar
  • Voet (metatarsus adductus)
    • "Kommavoet"
    • Leeftijd 0-2 jaar
    • Fysiologisch: ca 20 graden exorotatie
Onderzoek
  • Lopen: intoeing
  • Stand: symmetrie. richting van de tenen. Richting patella.
  • Passief bewegingsonderzoek in buikligging
  • Beoordeling voet op deformiteiten
Evaluatie[24]
  • Als de oorzaak in de heup of het onderbeen ligt, is dat in de meeste gevallen iets dat zich vanzelf oplost vóór het 12e levensjaar. 
  • Heup: Wat bij een oorzaak in de heup soms wordt aangeraden, is om kinderen te stimuleren regelmatig in kleermakerszit te zitten.
  • Voet: Bij een oorzaak in de voet
    • Metatarsus adductus corrigeert zichzelf in 90% voor de 6 maanden, in hierna nog aanwezig: direct verwijzen
    • Metatarsus varus: herstelt nooit spontaan, direct verwijzen
gewijzigd 30-5-2025
Referenties