Huisartszaken - Decompensatio cordis
status
QR link

Decompensatio cordis Ziektebeelden

Diagnostiek en beleid bij hartfalen
Definitie
  • Diastolisch hartfalen (HFpEF)
    • Door verkleind volume, dus absoluut wel minder output, maar fractioneel normaal. 
      • Bijvoorbeeld door stijfheid van het hart
    • Verminderde linkerventrikelvulling → minder slagvolume → RAA-systeem/sympaticusstimulatie
      • Hoge leeftijd, vrouw, obesitas, hypertensie, COPD, DM
    • Echo: preserved functie LVEH → ≥50%
      • Normale ejectiefractie LVEF is 67%
        → Behandeling in eerste lijn
  • Systolisch hartfalen (HFrEF, HFmrEF)
    • Verminderde contractie linker ventrikel
      • Myocardinfarct
    •  Echo
      • Midrange EF (40-49%
      • Reduced EF (<40%)
Cascade

Hypertensie > RAAS > Vochtretentie, Backward RV, Bronchospasme.


Oorzaken
  • Ischemisch
  • Hypertensie
  • DM2
  • Hartklepafwijkingen
  • Ritmestoornissen
  • Levercirrose
  • Toxisch
    • Chemotherapie/cytostatica
    • Cocaine
    • Alcohol
Anamnese
  • Nycturie
  • Orthopneu
  • Gewichtstoename (>2 kg/dag kan je niet bij-eten en is per definitie vocht)
Onderzoek
  • Overvulling
    • CVD
    • Ascites
    • Oedemen
    • Wegen
  • Hypertensie
  • Tachycardie
  • Dyspnoe/verlaagde saturatie
  • Souffle
  • Crepitaties
  • Aanvullend onderzoek
    • Altijd: NT-Pro-BNP en ECG
        • <35  of <125 én ECG normaal → hartfalen onwaarschijnlijk
        • ≥35 of ≥125 en/of ECG afwijkend → echo
        • Vals-positief: verhoogd bij nierfalen, AF, ernstige infectie
        • ATAL: nieuwe methode om direct met alleen NT-proBNP uit te sluiten resp aan te kunnen tonen bij uiterste waarden[1]
      Rule-out NT-proBNP (ng/l) Rule-in NT-proBNP (ng/l)
      < 75 jaar 125 ng/L
      14.7 pmol/L
      < 50 jaar 450 ng/L
      53.2 pmol/L
      ≥ 75 jaar 450 ng/L
      53.2 pmol/L
      50-75 jaar 900 ng/L
      106.4 pmol/L
      ≥ 75 jaar 1800 ng/L
      212.8 pmol/L

    • Altijd: ECG
      • Linker asdraai/LVH, doorgemaakt infarct, ritmestoornis/AF, QRS > 130
    • Echo: bij afwijkende waarden (zie boven)
Beleid
  • Lab (indien nog niet gedaan)
    • TSH, Hb, glucose, Na, K, kreat, CVRM
  • Diuretica
    • Start low, go slow
    • 2-7 dagen dubbele dosering. Dus na bijvoorbeeld 3 dagen verhogen tot normovolemisch
    • Geen verschil tussen furosemide en bumetanide
      • Furosemide 40mg = bumetanide 1mg
    • Combineer met ACE-r/ARB (door diureticum RAAS-activatie)
  • Steunkousen/zwachtelen
    • Let op: kans acute decompensatie. Combineren met lisdiureticum (flexibel beleid iom patient), evt 1 been tegelijk zwachtelen, direct contact bij dyspnoe
  • Dagelijks wegen
  • Zelf behandelen: diastolisch hartfalen (HFpEF)
  • Verwijzen?
    • De huisarts behandelt HFpEF doorgaans zelf.
    • De cardioloog start in principe de medicatie.
      • Systolisch: HFrEF en HFmrEF
        • ACE-r, betablokkers en aldosteronantagonisten (spironolacton of eplerenon)
          • Indien onvoldoende effect: Entresto (sacubitril/​valsartan, combinatie neprilysineremmer en ACE-r)
        • Streef naar maximale dosering (gaan remodelling tegen)
        • Maatwerk
    • Bij sterk vermoeden hartfalen kan huisarts medicatie bij verwijzing alvast starten, of de medicatie zelf instellen indien de patiënt niet naar de cardioloog kan of wil.
  • Redenen voor consultatie of (terug)verwijzing naar de cardioloog:[2]
    • vermoeden van hartfalen met afwijkend ecg en/of verhoogd (NT-pro)BNP (overweeg kwetsbare patiënten bij wie diagnostiek en behandeling in de tweede lijn niet wenselijk zijn niet te verwijzen)
    • geleidelijke progressie van het hartfalen ondanks adequate instelling op medicatie.
    • exacerbatie hartfalen: bij ernstige of aanhoudende klachten ondanks behandeling.
    • dehydratie: bij ernstige of aanhoudende klachten ondanks behandeling.
  • Redenen voor overleg met de cardioloog:
    • achteruitgang van de nierfunctie of elektrolytstoornissen
    • persisterende hypertensie ondanks adequate instelling op hartfalenmedicatie
    • onvoldoende controle van symptomen van angina pectoris met hartfalenmedicatie
    • patiënt is mogelijk gebaat bij multidisciplinaire hartrevalidatie
      • Progressieve ziekte, verwijzen verstandig ivm follow-up
  • Zout: kan gewoon, niks toevoegen
    • Geen zoutvervangende producten die kalium bevatten, cave hyperkaliëmie bij RAAS-remmers
  • Geen vochtbeperking
Obv NHG-standaard Hartfalen (mei 2021), Job Siffels
Toevoeging op bovenstaand schema (Meuzelaar, jan 2025): bij alle vormen van HF een SGLT-2 remmer toevoegen na ontwateren, ongeacht DM2!
Controle:
Bij klachten of anders 2w na aanpassing controle
Check NF en elektrolyten 2(-4) weken na ophogen, met name bij ACE en ARTs

Acuut hartfalen

Obv NHG-standaard Hartfalen (mei 2021), Job Siffels


Samenvatting stappenplan medicatiebeleid onderhoud decompensatio cordis:
  • Medicamenteuze behandeling van HFpEF
    • Streef naar symptoomverlichting en verbetering van de kwaliteit van leven.
    • Behandel cardiovasculaire en niet-cardiovasculaire morbiditeit conform de betreffende richtlijnen.
    • Behandel hypertensie volgens de NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement, maar vermijd calciumantagonisten met een niet-dihydropiridinestructuur (diltiazem en verapamil).
    • Geef bij tekenen van overvulling een lisdiureticum; verlaag de dosis als de patiënt voldoende ontwaterd is tot de laagste effectieve dosering of staak tijdelijk.
    • Start SGLT-2 remmer

  • Medicamenteuze behandeling van HFrEF en HFmEF
  1. Lisdiureticum om te ontwateren, afbouwen tot laagst effectieve dosering
    Bijvoorbeeld 20mg 1dd of intermitterend 40mg 1dd (afh van gewicht)
  2. Bijstarten ACE-remmer op geleide van eGFR (indien niet te verdragen ARB) in lage dosering.
    • Enalapril 2,5mg 2dd (streef 10-20 2dd) lisinopril 1d2,5-5mg (streef 1d20-35).
    • Niet ophogen bij K>5 of eGFR <30.
    • Indien overgevoelig voor ACE: ARBs.
    • Candesartan 4-8mg 1dd (streef 32 1dd) valsartan 40mg 2dd (streef 160 2dd)
  3. Start SGLT-2
  4. Bètablokker (niet bij overvulling!) obv tensie en maximaal verdraagbare dosering. Liever lager dan risico DC. Metoprolol mga 12,5-25mg 1dd (streef 200). Bisoprolol 1,25 1dd (streef 10mg 1dd)
  5. Betablokkers en RAS remmer opbouwen tot maximaal verdraagbare dosering, elke 2 weken. (Let op tensie, bradycardie)
  6. Eventueel bijstarten aldosteronantagonist 
  7. NIEUW: i.p.v. ACE remmer+betablokker: Entresto
  8. Géén verapamil of diltiazem (negatief inotroop)
SWEDEHEART-studie 2024: geen positief effect betablokkers bij decompensatio cordis met pEF (≥50%) na myocardinfarct[3]
gewijzigd 3-4-2025
Referenties