Huisartszaken - Keelpijn, tonsillitis, peritonsillair abces
status
QR link

Keelpijn, tonsillitis, peritonsillair abces Ziektebeelden

Keelpijn

  • Keelontsteking geneest over het algemeen spontaan binnen 7-10 dagen.
  • Vaak viraal, soms bacterieel, schimmel
    • Niet mogelijk obv klinisch beeld te differentiëren tussen viraal en bacteriëel[1]
    • Keelkweek bij faryngotonsillitis niet geïndiceerd, tenzij atypisch beeld en/of een immuun gecompromitteerde patiënt
  • CRP wordt niet aangeraden
  • DD faringitis:
    • otitis media
    • sinusitis
    • lymfadenitis colli
    • epiglottitis (incl laryngitis/tracheïtis)
      • Bij volwassenen denk aan laryngitis
        • Augmentin + prednison 30mg, (spoed)verwijzing KNO voor FLS
    • peritonsillair infiltraat/abces
    • SOA (incl acute HIV)
  • Antibiotica alleen geïndiceerd als ernstig ziek of evt bij verhoogd risico op complicaties.
    • Smalspectrumpenicilline, geeft weinig kans op rash
  • Cave peritonsillair infiltraat/abces
    • Symptomen: (eenzijdige) acute keelpijn, asymmetrie van de voorste farynxboog, deviatie van de uvula en trismus
    • Infiltraat: Ontstekingsreactie tussen kapsel tonsil en faryngeale musculatuur zonder puscollectie (andere benamingen: peritonsillaire flegmone/cellulitis)
      • Augmentin 10 dagen + evt drainage
      • Retour 1-2 dagen, vangnet trismus
      • Indien trismus: acute verwijzing KNO
    • Abces: zelfde als infiltraat, met puscollectie
      • Geen enkel symptoom pathognomonisch voor onderscheid tussen infiltraat en abces
      • Onderscheid te maken obv pus bij aspiratie
    • Bij ernstig verlopen infilltraat/abces: retour na paar maanden voor tonsillectomie à froid. Risico op mediastinitis (DNM) met name >40 jaar 10%. Kans mortaliteit ca 10%.[2]
      • Andere complicaties para- and retropharyngeaal absces, fasciitis necroticans en syndroom van Lemierre (jugularistrombose)

Mononuclosis infectiosa / Epstein-Barr

  • In <1% van de gevallen van keelpijn is er sprake van een EBV-infectie[3]
  • Leuko + diff primaire diagnosticum[4]
    • In ca 70% atypische lymfocyten (>10%) samen met >50% monocyten. Echter niet specifiek, ook bij CMV, HIV, virale hepatitis, rubella en ALL
    • Vaak granulocytopenie en/of een trombocytopenie
  • Indien aantonen van belang is: serologie
    • Viruscapside antigeen (VCA; IgM en IgG)
      • Bij negatieve VCA-IgM en EBV-klachten: overweeg CMV of toxoplasmose[5]
    • EBV kernantigeen (EBNA; Epstein-Barr virus Nuclear Antigen, IgG)
  • Serologie interpretatie
    • Acute EBV-infectie: VCA IgM en IgG positief, EBNA IgG negatief)
    • Doorgemaakte infectie: VCA IgM negatief, VCA IgG positief,  EBNA IgG positief
    • VCA IgG en EBNA IgG levenslang aantoonbaar.
    • 5-10% geen antistoffen tegen EBNA
      • Indien bij herhaling alleen VCA IgG antistoffen aangetoond, beschouwen als doorgemaakte infectie[6]
  • Bij buikpijn: cave miltruptuur. Zeldzaam: 0,1-0,2%. Bij kinderen pas laat achteruitgang vitale parameters.[7]
  • Bij neurologische verschijnselen: cave encefalitis/meningitis
  • Er is een (vermoedelijk causaal) verband tussen EBV en de ziekte van Hodgkin en non-hodgkin lymfomen[8]

Tonsillitis

  • Volwassenen
    • Indicaties: recidiverende (vier of meer per jaar) tonsillitiden met ernstige morbiditeit, snurken of obstructie van ademhaling, evt halithosis
    • Counseling voor- en nadelen TE:
      • kleinere kans op recidief keelontsteking (ARR 21% in 3 maanden), lagere frequentie (Alho 2007)
      • perioperatief klachten, rekening houden met keelpijn gedurende 2-3 weken, eerste week het hevigst; daarna afnemend. Kleine kans nabloeding. 

Peritonsillair abces

  • Tonsillitis → peritonsillair infiltraat→ abces
  • Abces puncteren, aspiratie
  • Tonsillectomie a froid heeft de voorkeur
Kind
  • PTA zeldzaam, als ernstig, vaak EBV
  • Als geen trismus: niet per se verwijzing nodig
    • Herbeoordeling 24 uur
    • Evt augmentin
Punctie en aspiratie[9]
  • Verdoving met lidocaïne spray (Xylocaïne)of Ultracain D-S (carpulespuit)
  • Expositie:
    • Laryngoscoop en Yankauer (‘zuig’) laten vasthouden door de patiënt; patiënt kan zelf braakreflex inschatten, direct licht
    • Tongspatel met gaasje eromheen overdwars tussen tanden om de mond open te spreiden
  • Gesteriliseerde naald gebruiken voor aspiratie
    • Dikke naald
    • Indien gebruik disposable naald: knip stuk van het dopje af zodat naald 1 cm uitsteekt
    • 1 cm van tip van de naald tape voor bepalen diepte naald
  • Prik net craniaal van het punctum maximum van de zwelling
  • Maximaal 1 cm naald insteken (eventueel naspreiden met kleine Kocher)
    • CAVE: te ver inbrengen naald: a. carotis achter tonsil
  • Maximaal 2 aspiratiepogingen; indien geen aspiratie van pus: behandel als peritonsillair infiltraat
    • Indien abces vaak significante hoeveelheid pus. Ter indicatie: 2 ml is heel weinig.
  • Bellen indien niet iedere dag een stuk beter dan de vorige qua pijn, koorts of trismus.
gewijzigd 21-5-2024
Bron
https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/acute-keelpijn#volledige-tekst
Referenties