Psychiatrisch onderzoek en persoonlijkheidsstoornissen
Kennisonderwerp
Persoonlijheidsstoornissen[1]
- Bepaalde eigenschappen erg aanwezig.
- Bijvoorbeeld extreem gevoelig voor kritiek, erge bindingsangst of verlatingsangst, dingen doen zonder na te denken, erg afhankelijk, perfectionistisch of verlegen.
- Hierdoor problemen in uw leven: thuis, op school en/of op uw werk.
- Vaak icm andere persoonlijkheidsstoornis of andere psychische aandoening, zoals een angststoornis, PTSS, dwangstoornis, depressie of ADHD.
- Ca 7 op 100 in Nederland.
SCID-5-P
- Persoonlijkheidstoornis screenen link
Cluster A: geisoleerd
Kunnen ‘vreemd’ of ‘apart’ overkomen. Vaak hebben zij weinig contact met anderen en leven alleen of geïsoleerd. Zij zullen niet snel hulp zoeken.
- paranoïde persoonlijkheidsstoornis
- schizoïde persoonlijkheidsstoornis
- schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Cluster B: moeite te beheersen
Verhit reageren, impulsief zijn en lastig om met emoties om te gaan
- borderline persoonlijkheidsstoornis
- antisociale persoonlijkheidsstoornis
- theatrale/histrionische persoonlijkheidsstoornis
- narcistische persoonlijkheidsstoornis
Cluster C: angstig, behoefte controle, op zichzelf
Angstig, bang om relaties aan te gaan of juist om mensen te verliezen. Vermijden conflictsituaties, moeite met zelfstandigheid.
- ontwijkende persoonlijkheidsstoornis
- afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
- dwangmatige / obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Psychiatrische onderzoek
Eerste indrukken
uiterlijklichamelijke kenmerken, leeftijdsschatting, zelfverzorging
contact en houdingcontact, oogcontact, houding, gedrag ten opzichte van anderen
klachtenpresentatie, gevoelens en reacties van de onderzoeker
Cognitieve functies
bewustzijn, aandacht en concentratie bewustzijn
aandacht en concentratie
oriëntatie in tijd, plaats en persoon
geheugenkorte- en langetermijngeheugen
inprenting, confabulaties
intellectuele functiesoordeelsvermogen: realiteitsbesef, zelfinschatting, normbesef, decorumbesef
oordeel- en kritiekstoornis: beoordelen van situaties en het kritisch kijken naar jezelf en je gedrag (bijv decorumverlies)
ziekte-inzicht: ziektebesef, ziekteverklaring, ziektegedrag
abstractievermogen, uitvoerende functies (overzicht houden (bijvoorbeeld tijdens het koken), plannen en organiseren, flexibiliteit), geschatte intelligentie, taal, rekenen
voorstelling, waarneming en zelfwaarneming voorstelling (dwangvoorstellingen, herbeleving, psychotraumatische ervaringen)
waarneming (hallucinaties; visueel, akoestisch)
zelfwaarneming: zelfbeleving, lichaamsbeleving (depersonificatie, derealisatie)
denkenvorm: tempo en efficiëntie, beloop en samenhang
inhoud (pre-occupaties, eigenwaarde, schulf, paniekaanvallen, suicidale gedachten, dwanggedachten, wanen)
Affective functies
stemming en affect stemming
affect: aard, expressie
somatische klachten en verschijnselen
Conatieve functies
psychomotoriekalgemeen, mimiek, gestiek, spraak
motivatie en gedrag
Betrouwbaarheid van het onderzoek
Mate van betrouwbaarheid Oorzaak van onbetrouwbaarheid
Normaal PO voorbeeld
Een goed verzorgde man van x jaar met een uiterlijk conform kalenderleeftijd. Geeft een handdruk en er is contactgroei. Oogcontact is sociaal adequaat, heeft natuurlijk aanvoelende houding qua initiatief. De klachtenpresentatie is normaal, maakt een vriendelijke indruk. Het bewustzijn is helder. De aandacht is goed te trekken en goed te behouden. Oriëntatie in trias is ongestoord. Er zijn geen merkbare stoornissen in het korte- en langetermijngeheugen. Er is een goed ziektebesef en goed ziekteinzicht. De intelligentie wordt geschat op gemiddeld niveau. De waarneming is ongestoord, er zijn geen aanwijzingen voor hallucinaties. Het denken is coherent en van normofreen. Er zijn geen aanwijzingen voor wanen, preoccupaties of dwanggedachten. De stemming is neutraal normaal modulerend affect. De psychomotoriek is normaal. Er zijn geen afwijkingen in het gedrag. Er is geen sprake van suïcidale uitingen.
Depressie voorbeeld (iets korter)Redelijk goed verzorgde vrouw van 25 jaar, uiterlijk conform kalenderleeftijd. Komt timide binnen zonder oogcontact, er is wel enige contactgroei. De klachtenpresentatie is afwachtend, Laat initiatief bij mij en vriend, ondanks in feite duidelijke hulpvraag. Bewustzijn, aandacht en oriëntatie gb. Geen merkbare stoornissen in het korte- en langetermijngeheugen. Goed ziektebesef en redelijk ziekteinzicht. De intelligentie wordt geschat op gemiddeld niveau. De waarneming is ongestoord, geen aanwijzingen voor hallucinaties. Denken coherent en normofreen. Geen aanwijzingen voor wanen, preoccupaties of dwanggedachten. De stemming is mat, met normaal modulerend affect. De psychomotoriek is normaal. Er zijn geen afwijkingen in het gedrag. Wel sprake van verminderd zelfbeeld; vindt presetaties niet genoeg, en vindt zichzelf niet streng genoeg voor zichzelf. Suicidale gedachten, geen concrete poging. Wel automutilatie: krassen, (nog) niet snijden.
Cluster B voorbeeld
Komt normaal zakelijk telefonerend praktijk binnen. Na handenschudden enigszins theatrale manier van klachtenpresentatie. Houdt mijn handen vast, jammert zonder tranen. Oog verzorgd. Maakt adequaat oogcontact. Bewustzijn helder, aandacht goed te trekken, redelijk te behouden voordat pt weer begint te jammeren.
Ziektebesef en -inzicht afwezig.
Intelligentie: gemiddeld geschat. Waarneming: Geen aanwijzing voor hallucinaties tijdens onderzoek. Denken: normofreen, hoewel weinig oplossinggericht tav bijv gesprekken psycholoog. Stemming: dysfoor, preoccupatie met medicatie, snel modulerend affect; wanneer ik aan het woord ben rustig, luisterend, bij zelf speken continu op jammerende toon, houdt mijn handen vast, gaat op eigen initiatief op buik op onderzoeksbank liggen met zijn hoofd in het kussen. Geen agitatie.
In het PO wordt een man gekleed in een badjas gezien, die op zijn bed zit. Zijn klachtenpresentatie is appellerend en theatraal, waarbij hij bij momenten hevig huilt en zich achterover laat vallen op zijn bed. Hogere cognitieve functies zijn intact. Geen formele denkstoornissen. Geen aanwijzingen voor wanen of hallucinaties. De stemming is somber, met een labiel affect. T.a.v. sucidaliteit: soms vluchtig een doodswens, zonder sucidale plannen. Beschermende factoren: wil leven voor zijn familie en wil graag herstellen. Geen TS in voorgeschiedenis of in familie. Risicofactor: huidig depressief beeld.
→ wel actie ondernemen in de vorm van SSRI, evt benzo en psychiatrische behandeling
Dementie voorbeeld
77-jarige vrouw, oogt conform kalenderleeftijd. Verzorgd. Huis ook netjes, opgeruimd. Dochter doet de deur open, mevrouw weet niet wie we zijn of waar we voor komen, maar maakt een vriendelijke indruk; vindt het allemaal best. Adequaat oogcontact.
Bewustzijn helder, aandacht goed te trekken, wisselend te behouden.
Zowel korte- als langetermijngeheugen imponeren gestoord. Kan zich niet herinneren wat er vandaag, gisteren of vorige week is gebeurd. Ziektebesef en -inzicht afwezig.
Intelligentie: gemiddeld geschat.
Taal: enkel keren in gesprek dat mevr niet op woord komt. Hierbij ook frustratie als ze niet op een woord komt.
Waarneming: Geen aanwijzing voor hallucinaties tijdens onderzoek. Geen problemen gehoor.
Denken: normofreen, coherent. Heteroanamnestisch aanwijzing voor wanen (er lag een baby in haar bed, overleden man leeft nog). Tijdens onderzoek dit niet geexploreerd.
Stemming: normofoor met normaal modulerend affect, wel oplopende agitatie bij suggestie dat mevrouw toenemend ADL-afhankelijk is.
Psychomotorisch rustig.