Urologie - Urineretentie en hematurie
Ziektebeelden
Urineretenie, catheterisatie en keuze urinecatheters
Anatomie
Urethra vrouw 2,4-4 cm
Urethra man 18-20 cm
Instillagel (lidocaine) vs optilube (lubircans):
Instillagel alleen bijdragend bij hele urethra gedurende 3-5 minuut behandeld is voor inbrengen catheter. In literatuur geen aanwijzing voor pijnreductie bij instillagel bij vrouwen.
[1] Bij mannen altijd urethra voorbereiden met lidocaine.
Urineretentie
Retentie |
Beleid |
< 750 ml |
Eenmalige catheterisatie. |
> 750 en < 1000 ml |
Twee dagen CAD. |
> 1000 ml |
Vijf dagen CAD. |
> 2000 ml |
Cave decompressiesyndoom: dehydratie door polyurie en elektrolytverschuivingen bij ouderen. Evt. insturen. |
Bij herhaaldelijke retenties of bij uitblijven spontane mictie: verwijzing uroloog. |
|
- Ch 16 goede keuze indien geen forse stolsel/gruis, ook bij mannen. Ch 18 alleen bij verdenking obstruerende stenen/stolsels.[2]
- Duur conform NHG: na 48-72 uur verwijderen in de vroege ochtend (evt herplaatsing tijdens praktijkuren)[3]
- Nieuwe katheter bij uitblijven spontane mictie en verwijs naar de uroloog.
- Alfablokker na katheterisatie
- Bijv tamsulosine mga 0,4 mg 1 dd, vergroot kans spontane mictie met 60%
- Contra-indicaties: ernstige leverinsufficiëntie, orthostatische hypotensie, eGFR < 10
- Evalueer effect en bijwerkingen na 6 weken
Langdurig catheriseren
Verblijfscatheter: overweeg eerst de alternatieven, zo luidt het advies in de nieuwste richtlijn.
- Externe katheter (condoomkatheter voor mannen)
- Van tevoren doekje, goed schoonhouden. "Ideaal"
- Intermitterende katheterisatie (sowieso voorkeur boven verblijfskatheter)
- Plasschuitje, urinaal en incontinentiemateriaal behoren tot de alternatieven.
- Als alle alternatieven geprobeerd zijn en niet succesvol zijn gebleken, kun je kiezen voor een urethrale of suprapubische verblijfskatheter. bron
Incontinentie na prostatectomie
- Als boven
- Artificial Urinary Sphincter AMS 800[4]
- Blaasstoma
Medicatie
- Tamsulosine
- Finasteride bij vergrote prostaat
Hematurie / erytrocyturie
Bij analyse wegens erythrocyturie bestaat, afhankelijk van de leeftijd en andere risico factoren statistisch een kans van rond 1 op 12 dat hiervoor een onderliggende afwijking wordt gevonden en is dus regelmatig sprake van een dergelijke constatering zonder dat het focus hiervan met zekerheid kan worden achterhaald.
Soms is er ook een relatie met systemische aandoeningen waaronder hypertensie, diabetes die tot vasculopathie kunnen leiden. Ook is erythrocyturie soms inspanning?'s gerelateerd.[5]