DSM-5: ‘stoornissen in het gebruik van middelen’ (substance abuse disorders). 11 criteria, link.
Controleverlies, beperkingen in functioneren, fysieke afhankelijkheid (tolerantie en ontwenning), zucht (verwant aan ontwenning)
Consumptievolume geen criterium, geen bio- of neuromarkers. Dus lastig om diagnose te stellen als er geen negatieve gevolgen zijn.
Onderscheid tussen afhankelijkheid en misbruik is obsoleet sinds DSM-5
Gedragsverslaving (nog) niet opgenomen als verslaving. Mogelijk overlap met obsessief-compulsief gedrag.
Game, internet, seks, koop, kleptomanie
Gokken: uitzondering of trendsetter? Bijzondere vorm omdat beloning varibel interval heeft. Zie ook Skinner's experiment waarbij hij duiven gokverslaafd maakte.[1]
Depressie, rouw, angst: verdwijnt vaak als verslaving eerst behandeld is
Uitzondering: trauma. Deze tegelijk behandelen.
Benzodiazepines
Verhoogd valrisico met heupfractuur bij ouderen[5]
Korte termijn: RR 2.4
Lange termijn: RR 1.2
Overall: RR 1.5
Mortaliteit with an increased risk of 3.5 for males and 2.4 for females.[6] In the US, one year all-cause mortality is estimated at 24%.
Opioden / morfine / methadon
Naltrexon voorschrijven kan als huisarts. Rekening houden met invloed op lever, dus periodiek lab (voor start medicatie, na 2, 4 weken daarna à 3 maanden zolang gebruik).
Omdat opiodgebruik niet mogelijk is tijdens gebruik (bijv bij operatie); naltrexon emergency card meegeven zodat patient deze kan laten zien. Link.
Starten met 25mg per dag gedurende 1 week (beperken bijwerkingen sedatie en maagdarmklachten, deze nemen af), daarna 50mg per dag. Mag geen auto rijden eerste paar dagen na start medicatie.[7]